Mooie openingswoorden van Ingrid Blans
Genodigden, vrienden van galerie Kunstlokaal №8, familie en vrienden van beide kunstenaars, kunstminnaars…welkom op de tentoonstelling van Eddy Stikkelorum en Maartje Blans. De een ‘n beeldend kunstenaar die in de loop van de afgelopen dertig jaar ons tot vriend geworden is, de ander een onlangs – oneerbiedig gezegd – ‘aangewaaid’ nichtje, niet eens zo’n ver-weg nichtje, en tot mijn grote voldoening een beeldend kunstenaar waarvan nog veel is te verwachten. Zoals wij hier staan vormen wij een gezelschap, dat om verschillende redenen zich verbonden voelt om deze opening mee te maken.
In het voorgesprek dat Eddy en ik hadden, gaf Eddy aan één verbond genoemd te willen hebben: Marcel en hij maken namelijk deel uit van de groep die zich wel eens schertsend – maar toch met voldoende trots om daar regelmatig aan te refereren – ‘de kinderen van Beljon’ noemt. Directeur en opleider Joop Beljon heeft voor een kleine, mag ik het een excellente groep studenten noemen? tijdens hun opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, bijzondere betekenis gehad. Dat was in de beginjaren ’80; Marcel en Eddy waren twee van de ongeveer tien kinderen van Beljon. Eddy gaf aan, dat tijdens dit openingspraatje in herinnering te willen brengen. ‘Alsof je je broertje weer tegenkomt.’
En om nu maar meteen met Eddy door te gaan: Eddy Stikkelorum is van huis uit vormgever maar liep al vroeg áán tegen de beperkende kaders, waaraan vormgeving is gehouden. Direct na het behalen van het diploma Architectonische vormgeving, binnenhuiskunst en meubelconstructies, herkende Beljon het verzet bij de zojuist afgestudeerde binnenhuisarchitect tegen de begrenzingen die de discipline waarin hij was opgeleid, hem oplegde. Beljon bood Stikkelorum een plaats aan in de 2e fase-opleiding Monumentale vormgeving en omgevingsontwerpen. Stikkelorum nu: “Beljon opende mijn ogen. Met name toen hij het begrip ‘vormgeving zonder grenzen’ introduceerde. Tijdens die 2e fase-opleiding kon ik mij te buiten gaan aan een zoektocht naar alsmaar meer vrijheid binnen de vormgeving. Uiteindelijk kom je dan uit bij autonoom vormgegeven beeldende kunst.”
Een zoektocht houdt verkennen in en grenzen verleggen. Stikkelorums vrije werk is het resultaat van het bevechten van vrijheid binnen de vormgeving, door onderzoek en experiment. Na een schetsontwerp op papier of computer wordt stap voor de stap de uitvoering ter hand genomen, waarbij de keuze voor het materiaal belangrijk is. Contrasten spelen daarbij een rol… tussen hard en zacht, vast en vloeiend, kleur en naturel, hout en perspex, constructie en deconstructie om tenslotte het evenwicht te zoeken tussen ál die mogelijkheden …de balans die van essentieel belang is. De tijd van de beelden in polyester en epoxy, erg belangrijk voor het vergroten van zijn eigenwaarde, is nu definitief voorbij.
Zijn reis naar New York in 2005 en de daaropvolgende reizen naar die stad, brachten een cesuur teweeg die langzaam in elke volgende serie werken, zijn sporen achterlaat. Was het tien jaar geleden zijn opdracht het werk geen relatie met de realiteit te laten hebben en zonder titel de wereld in te sturen – dat ging zelfs zo ver dat een object dat hier uiteindelijk niet aan voldeed, werd vernietigd – nú erkent hij wel degelijk de weerslag van invloeden van buiten op zijn werk. En dat de objecten dáárdoor een relatie met de werkelijkheid en de omgeving aangaan. Pure abstractie is nu een gepasseerd station…de indrukken die New York bij hem achterlaten: het uitdagende dat van die samenleving uitgaat, de saamhorigheid, de sociale structuur, het sprankelende van de metropool, worden uitgewerkt in series met namen als Dream of New York, Restless Window, Jump Around, Interventions. “Steeds, als ik uit een nachtelijke droom ontwaak, ben ik in New York geweest”, bekent hij.
In januari 2016 sprak ik met Eddy naar aanleiding van een toen op stapel staande tentoonstelling. Ik herinner me dat hij zich aan het slot, toen mijn notitieblok al was opgeborgen, opeens euforisch toonde over de nieuwe ontwikkeling die hij doormaakte. Hij sprak over het ene na het andere beeld dat bij hem opborrelde en waarvan de eerste resultaten hem tot vreugde stemde. “Ik heb niet kunnen dromen dat dit er allemaal uit zou komen en het gaat maar door.” Later bleek dat wij het over de serie Light Blue Intervention hadden. En er volgde meer, het resultaat toont Stikkelorum u hier.
Bij de Interventions snijdt de loepzuivere ronde kunststof vorm, een scherp litteken in het hout om een duellistische confrontatie met de kijker aan te gaan. Deze beelden zijn meer gelaagd, ze refereren aan de omgeving om je heen. Het besef dat de stad van het ongekend uitdagende, New York, mijlen ver verwijderd ligt van het evenwichtige Den Haag, wordt verbeeld in de serie Restless Window. In Jump Around schijnt weer vaste grond onder de voeten te worden gevoeld…de intrinsieke sokkel maakt onderdeel uit van het beeld; het rollenspel tussen hout en kunststof is omgedraaid.
Sinds kort durft Stikkelorum het aan om ruimte te pakken; daarvan getuigen de vloerbeelden, waarvan we er hier een zien uit de serie Interventions. Jawel…met de kunststof elementen scherp in de houten ruimtelijke vorm geplaatst. Kleur: zwart/wit. Uitersten die niet om de middelmaat vragen.
Het bruggetje naar het werk van Maartje Blans is nu snel genomen…op de twee werken op doek na die u hier ziet hangen, is de wereld van Maartje in zwart/wit gehouden…wie denkt met een wereld zonder nuances van doen te hebben, nodig ik uit beter te kijken; het werk van Maartje Blans laat een zoektocht naar gelaagdheid zien.
Maartje’s materiaal is uiterst sober. Zij tekent als het ware met uit zwarte stof uitgerafelde draadjes en met dun ijzerdraad. Hier en daar een ragfijn lijntje in inkt dat met een ragdun penseeltje is aangebracht en waarover met een ander ragfijn penseeltje een transparante pasta wordt aangebracht die de lijn verduurzaamt maar er ook een milde glans aan geeft. Diepte brengt ze in haar sculpturale werken áán, door uit doorzichtige dunne mica-achtige kunststof vormen te knippen, waar overheen een transparante pasta wordt aangebracht; met zwarte spelden van verschillende lengte brengt zij de vormen op de achtergrond van het werk aan.
Door spelden van verschillende lengtes te gebruiken, kan ze een glooiende hoogte suggereren. De inval van het licht speelt door de transparante, dun aangebrachte pasta heen; daardoor kunnen subtiele tinten van wit ontstaan. Het op hoogte gebrachte beeld zorgt voor de schaduwwerking op de echtergrond van het schilderij. De pasta …recept geheim, het lijkt een wondermiddel… consolideert ook de zwarte inkt dáár waar die in een substantiële hoeveelheid op de uitgesneden vormen is aangebracht en voorziet die vormen zodoende van een geheimzinnige glans.
Landschap ontvouwt zich voor het oog van de kijker…de natuur is altijd het uitgangspunt in de werken van Blans, de kwetsbaarheid ervan raakt haar diep. Niet alleen in de zwart/witte werken, ook de doeken in acryl waar met pastel doorheen werd gewerkt, getuigen daarvan. Dat landschap presenteert zich in al haar hoedanigheden…wolken, coulissenlandschap, duinen, zee en strand, golven en rivieren, verweerd hout, maar ook landschap-in-mist, een natuurfenomeen waarmee ze gedurende haar vijfjarig verblijf in China regelmatig in aanraking kwam.
In de kleine werken wordt de levendigheid veelal versterkt door collages met stroken Chinees papier. Eén werk toont duidelijk dauwdruppels. Ik houd het erop dat het tranen zijn, Blans componeerde het werk vlak na haar vaders overlijden, enige jaren geleden.
Het verstilde beeld laat kwetsbaarheid zien…stroming, vooruitgang en eindigheid…noem het vergankelijkheid, een uitnodiging tot contemplatie. Dat is de grootste boodschap die deze beeldend kunstenaar haar beschouwers wil meegeven. “De een vindt dat in de lijnvoering, de ander in de schaduwwerking en weer iemand anders ziet het in het landschap”, aldus Blans
Maartje Blans heeft, gerelateerd aan haar leeftijd, een indrukwekkend CV opgebouwd met tentoonstellingen in Nederland, Europa, Amerika en China. Aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten volgde ze de docentenopleiding waarna ze in New York nog eens cum laude haar Masters of Fine Arts behaalde met theatervormgeving als bijvak. Toch voelde de stap naar het vrije kunstenaarschap toen nog te groot, die werd pas gezet na een aantal jaren gewerkt te hebben als theatervormgeefster en docent beeldende kunst op een middelbare school. Tien jaar geleden vertrok ze met huis en haard naar China om als beeldend kunstenaar te werken aan opdrachten en tentoonstellingen, ze heeft daar vijfenhalf jaar met haar gezin gewoond. De dag begon steevast met een uur Chinese les, de rest van de dag oefende ze haar kunstenaarschap uit en investeerde ze in haar Chinese vriendengroep.
Blans wilde graag de Oosterse manier van leven ervaren; de vraag is welke invloed het verblijf in China op haar heeft gehad. Verleid door de verwantschap die zij bespeurde bij haar Chinese collega’s voor de waarde en de waardering van de stilte in de beeldende kunst, permitteerde ze zich in haar eigen creatieve proces een paar maal uitstapjes richting de vormentaal die zo karakteristiek is voor het in-beeld-brengen van een Chinees landschap. Het bleven incidentele uitstapjes…de basis van Blans’ werk, bestaande uit installaties (ja, ook dát nog) en schilderijen, veranderde niet ten opzichte van het begin van haar kunstenaarschap. Wél waagt ze zich van tijd tot tijd aan de kunst van het kalligraferen; de vormen die met behulp van haar geheime techniek bovenop het papier lijken te liggen, hebben louter emotionele betekenis zonder dat er iets staat. Wat China haar verder nog bracht: ze raakte geënthousiasmeerd over het gebruik van voor haar nieuwe materialen als rijstpapier en zwarte inkt. De installaties voor buiten laat ik in dit bestek buiten beschouwing. Jongstleden september was er een te zien tijdens de kunstroute in IJhorst/De Wijk én er staat er een in de tuin van een grote Nederlandse verzamelaar.
Eddy en Maartje, dank dat ik deze inspirerende tentoonstelling van jullie werk heb mogen openen.
Ingrid Blans, Enschede, 25 mei 2018